Zorgen, het zit in ons. We zijn amper de luier ontgroeid en bekommerd om onze klasgenootjes. Als tiener verwennen we onze vrienden en is er altijd wel een opa of een oma die we mateloos koesteren. En eenmaal we vader of moeder worden, tekenen we een zorgcontract van onbepaalde duur. Het zorgen voelt heerlijk en maakt losjes deel uit van het dagdagelijkse leven. Tot we voor korte of langere tijd ziek worden en gelukkig mensen vinden die naar ons omzien, professioneel of in onze nabije omgeving. Of wanneer – vroeg of laat – een ouder of een partner op onze hulp beroep moet doen. Vanaf hier voelt het zorgen als een opgave die zonder schroom de dagen domineert. Zelden was de zorg actueler dan nu. Niet zomaar een beke, maar in extremen. Het achtuurapplaus was nauwelijks uitgestorven als de witte helden onder klodders bagger bedolven werden. Het maatschappelijke en politieke debat heeft het over de zorg: regels en rekenoefeningen. Dat die hun plaats hebben is ev...