Nota van Bibliodroom, uitgever van het boek
Zorgen, het zit in ons. We zijn amper de luier ontgroeid
en bekommerd om onze klasgenootjes.
Als tiener verwennen we onze vrienden en is er altijd wel
een opa of een oma die we mateloos
koesteren. En eenmaal we vader of moeder worden, tekenen
we een zorgcontract van
onbepaalde duur. Het zorgen voelt heerlijk en maakt
losjes deel uit van het dagdagelijkse leven.
Tot we voor korte of langere tijd ziek worden en gelukkig
mensen vinden die naar ons omzien,
professioneel of in onze nabije omgeving. Of wanneer –
vroeg of laat – een ouder of een partner
op onze hulp beroep moet doen. Vanaf hier voelt het
zorgen als een opgave die zonder schroom
de dagen domineert.
Zelden was de zorg actueler dan nu. Niet zomaar een beke,
maar in extremen. Het
achtuurapplaus was nauwelijks uitgestorven als de witte
helden onder klodders bagger bedolven
werden. Het maatschappelijke en politieke debat heeft het
over de zorg: regels en
rekenoefeningen. Dat die hun plaats hebben is evident.
Toch is het onafwendbaar om steeds
terug te vallen op de essentie, het zorgen: de eenvoudige
attitude waarbij mensen respectvol
met mekaars kwetsbaarheid omgaan.
Hoe Meester Verbiest Joriske werd is het
intellectuele en ervaringsgerichte testament van Trees
Coucke die 40 jaar met een kritische blik het zorgen
vanuit heel diverse hoeken bekeek. Als
master in de verplegingswetenschappen is ze
verpleegkundige, docent, vroeger directeur van
een school voor verpleging en stond ze aan de wieg van
sTimul, een initiatief voor
ervaringsgerichte opleiding waarbij men concrete
zorgsituaties simuleert en die door
(toekomstige) zorgverleners laat beleven. Vaak leidt dit
tot verrassende vaststellingen die het
routineus handelen een schop onder de kont geven en
aansturen op een frisse en
gepersonaliseerde aanpak.
Trees schreef geen codex of leerboek. Ze lijst geen tips
en trucs op. Uit haar lange loopbaan pikt
ze enkele themagebonden praktijkvoorbeelden op. De ene
keer zijn die vertederend, een andere
keer is er een ongemakkelijk kantje aan. De impressies
daarbij worden telkens bekeken vanuit de
ooghoek van de verzorgende én van diegene die de zorg
ondergaat. Gevoelige vragen zijn nooit
ver weg: Hoe voelt het om plots in grote mate afhankelijk
van anderen te zijn? Verlies je
daarmee ook de regie over het leven? Komt het
verkleinwoord waarmee je aangesproken wordt
wel zo sympathiek over als het bedoeld is? Wat met het
schaamtegevoel als iemand anders je
wast? … Stuk voor stuk zijn dit gevoelens waarbij harde
conclusies niet op hun plaats zijn,
bedenkingen des te meer. Mijmeren over zorg, zoals de
ondertitel het stelt, is een doel op zich.
De volgende stap is het inpassen in de eigen toestand.
Het lijdt geen twijfel dat iedereen dit goed wil doen.
Voor professionelen zitten soms structuren
en procedures dwars. Voor wie er niet toe opgeleid is,
wenkt een totaal nieuwe ervaring. Vaak is
het uitproberen, lukken of mislukken. Daarom schenkt het
boek ook aandacht aan mantelzorg.
Kennis speelt een rol, maar wie goed wil zorgen laat de
wederzijdse warmte primeren.
Zorgverlener naar zorgontvanger en vice versa. Trees
typeert en verpersoonlijkt die warmte die
we allemaal wensen voor wie ons genegen en broos is.
Zorgen zit in ons. Het verfijnen ervan
tekent voor subtiel geluk.
Reacties
Een reactie posten